У нас вы можете посмотреть бесплатно Juf Simmie legt uit | WORD OF WORDT?! | werkwoordspelling tegenwoordige tijd или скачать в максимальном доступном качестве, видео которое было загружено на ютуб. Для загрузки выберите вариант из формы ниже:
Если кнопки скачивания не
загрузились
НАЖМИТЕ ЗДЕСЬ или обновите страницу
Если возникают проблемы со скачиванием видео, пожалуйста напишите в поддержку по адресу внизу
страницы.
Спасибо за использование сервиса ClipSaver.ru
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd (met d en dt) Een werkwoord herken je aan het woord: WERK in WERKwoord. Je kunt zeggen: Ik werk, jij werkt, wij werken. Als je wil weten wat een werkwoord is, kijk je naar wat iemand DOET. Ook dat kun je controleren met: ik doe, jij doet, wij doen, DOEN is ook een werkwoord. Bijvoorbeeld: Ik red een draak uit het kasteel! Is ‘kasteel’ een werkwoord? Even controleren. Ik kasteel, jij kasteelt, wij…. Nee, dat kan niet hè. Dus er is in deze zin een ander woord wat een handeling weergeeft. Wat iemand doet. Wie doet iets in deze zin? IK Wat doe ik? REDDEN Even controleren: Ik red, jij redt, wij redden. Ja! Dat lukt, dus dat is een werkwoord; wat iemand DOET. Als je weet wie diegene is, moet je dat werkwoord nog goed schrijven. De stappen zijn: Het hele werkwoord - wij redden Ik– vorm (stam) - ik red Hij-vorm (stam +t) - hij redt Je kunt je antwoord altijd controleren met het woord ‘loopt’ Vervang het werkwoord waar je uit twijfelt, door het woord ‘loopt’. Hoor je er een ‘t’ achter? Dan eindigt het woord waarbij je twijfelt óók met een ‘t’. ik loop – jij loopt ik red– jij redt OPDRACHTEN Vul de juiste vorm van het woord in. 1. De man ..... een vogeltje uit het water. (redden) 2. Mijn beste vriend ….. mij altijd na etenstijd. (bellen) 3. Het eten ….. aan. Help! (branden) 4. Het kind …… heel vaak bij mama. (jammeren) 5. Ik …… mezelf aan een mes. (verwonden) 6. De hond …… zich aan het hek. (verwonden) 7. Ik ….. deze kans van harte. (grijpen) 8. De moeder van mijn vriendin ….. mij aan om mij naar huis te brengen met de auto. (bieden) 9. De boot …… met alle passagiers ergens bij een onbewoond eiland. (stranden) ANTWOORDEN 1. De man REDT een vogeltje uit het water. 2. Mijn beste vriend BELT mij altijd na etenstijd. 3. Het eten BRANDT aan. Help! 4. Het kind JAMMERT heel vaak bij mama. 5. Ik VERWOND mezelf aan een mes. 6. De hond VERWONDT zich aan het hek. 7. Ik GRIJP deze kans van harte. 8. De moeder van mijn vriendin BIEDT mij aan om mij naar huis te brengen met de auto. 9. De boot STRANDT met alle passagiers ergens bij een onbewoond eiland. Hoeveel antwoorden heb JIJ er goed? Heb jij MOEITE met een onderdeel van REKENEN, TAAL of SPELLING? Schrijf dan in de opmerkingen op waar jij moeite mee hebt EN in welke groep je zit, dan maak ik daar heel gauw een filmpje over. Vergeet niet te ABONNEREN 😊