У нас вы можете посмотреть бесплатно Infuus - Verpleegkundig rekenen - Medisch rekenen или скачать в максимальном доступном качестве, видео которое было загружено на ютуб. Для загрузки выберите вариант из формы ниже:
Если кнопки скачивания не
загрузились
НАЖМИТЕ ЗДЕСЬ или обновите страницу
Если возникают проблемы со скачиванием видео, пожалуйста напишите в поддержку по адресу внизу
страницы.
Спасибо за использование сервиса ClipSaver.ru
#infuus #verpleegkunde #verzorgendeIG #medischrekenen #verpleegkundigrekenen #drenthecollege 1. Bereken de druppelsnelheid per minuut voor een infuus als je 1 liter in 6 uur moet geven. 2. Bereken de druppelsnelheid per minuut als een zorgvrager 2 liter NaCl per 24 uur moet krijgen. 3. Bereken de druppelsnelheid per minuut als je in 10 uur, 1 liter fysiologische zoutoplossing van 0,9% moet geven. 4. Bereken de druppelsnelheid per minuut als je 5 x 500 ml infusieoplossing in 24 uur moet toedienen. 5. Een zorgvrager moet 2 liter natriumchloride/glucose (0,45% +2,5%) per 24 uur toegediend krijgen. Jij moet het infuus afstellen. A Bereken de druppelsnelheid. B Hoeveel g Natriumchloride krijgt deze zorgvrager per infuus, per 24 uur binnen ? C Hoeveel g glucose krijgt deze zorgvrager per infuus per 24 uur binnen ? 6. Een zorgvrager moet 1000 ml natriumchloride/glucose (0,45%+2,5%) per 24 uur. Bereken de druppelsnelheid. 7. Je hebt om 12.00 uur een volle zak infuusvloeistof (500 ml) bij een zorgvrager aangesloten. Om 13.00 uur blijkt dat er al 200 ml vloeistof is ingelopen. A Wat was de druppelsnelheid? Na overleg met de arts moet je de resterende 300 ml in 10 uur laten inlopen. B Wat is nu de druppelsnelheid. 8. Het infuus van een zorgvrager loopt slecht. Er is na 12 uur maar 400 ml infuusvloeistof ingelopen. A Bereken de gemiddelde druppelsnelheid. B Hoeveel dl is 400 ml? C Hoeveel cl is 400 ml? D Hoeveel cc is 400 ml? 9. Een zorgvrager krijgt via een zij-infuus antibiotica toegediend en wel 100 ml in 60 minuten. Bereken de druppelsnelheid. 10. Je moet een infuus doorspoelen met natriumchloride (0,9%). Hiervoor gebruik je 100 ml die in de 30 minuten moet inlopen A Bereken de druppelsnelheid. B Hoeveel g natriumchloride zit er in 100 ml oplossing? C Hoeveel mg natriumchloride zit er in de 100 ml oplossing? 11. Een zorgvrager heeft diabetes en mag voor de operatie niets eten. De arts schrijft een glucose-infuus voor dat jij moet afstellen. Er moet 1000 ml glucoseoplossing 5% per 24 uur inlopen. A Hoeveel gram glucose krijgt deze zorgvrager per 24 uur binnen ? B Hoeveel mg glucose is dit ? C Bereken de inloopsnelheid. 12. Een zorgvrager heeft een waakinfuus en tussendoor krijgt deze zorgvrager via een zij-infuus antibiotica. Jij moet deze oplossing (100 ml) in 45 minuten laten inlopen. A Wat moet de druppelsnelheid zijn? Het zij-infuus blijkt na 20 minuten al ingelopen te zijn. B Wat was de druppelsnelheid van het zij-infuus? 13. Voor deze vraag geldt dat de inhoud van de spuit 50 ml is. Na 3 uur zit er nog 32 ml in de spuit. A Wat was de snelheid in ml per uur waarmee de spuit liep? Geef het antwoord in één cijfer na de komma. Voor deze vraag geldt dat de inhoud van de spuit 50 ml is Na 12 uur zit er nog 15 ml in de spuit. B Wat was de snelheid in ml per uur waarmee de spuit liep? Geef het antwoord in één cijfer na de komma. Voor deze vraag geldt dat de inhoud van de spuit 50 ml is Na 2,5 uur zit er nog 5 ml in de spuit. C Wat was de snelheid in ml per uur waarmee de spuit liep? Geef het antwoord één cijfer na de komma. 14. Een zorgvrager krijgt Amiodaron voorgeschreven, die jij met een spuitpomp (infuuspomp) moet toedienen. Je sluit de pomp om 10.00 aan, de spuit bevat 50 ml vloeistof plus medicijn. De concentratie Amiodaron in de vloeistof is 3 mg per ml. A Hoeveel mg amiodaron bevat de hele spuit? Je stelt de pomp in op stand 9 (9 ml per uur). B Na hoeveel uur en hoeveel minuten is de spuit leeg? Er treedt een storing op, waardoor de spuit na vier uur leeg is. C Met welke stand van de spuitpomp komt dit overeen? Rond het antwoord af in één cijfer na de punt. D Hoeveel mg Amiodaron heeft deze zorgvrager gemiddeld per uur binnengekregen? 15. Een zorgvrager moet met een spuitpomp Cimetidine toegediend krijgen. De spuit van 50 ml bevat 20 mg cimetidine per ml. Je moet de pomp zo instellen dat hij 1200 mg in 24 uur krijgt toegediend. A Op welke snelheid moet je de spuitpomp instellen? Geef het antwoord in één cijfer na de punt. B De dosis wordt verhoogd naar 80 mg/uur. Wat is dan de stand van de spuitpomp? Geef het antwoord in één cijfer na de punt. C Vervolgens stel je de pomp in op stand 3.0. Wat is dan de dosis per 24 uur? D Vervolgens stel je de pomp in op stand 2.0. Wat is dan de dosis per 24 uur?