У нас вы можете посмотреть бесплатно Cassatievlog или скачать в максимальном доступном качестве, видео которое было загружено на ютуб. Для загрузки выберите вариант из формы ниже:
Если кнопки скачивания не
загрузились
НАЖМИТЕ ЗДЕСЬ или обновите страницу
Если возникают проблемы со скачиванием видео, пожалуйста напишите в поддержку по адресу внизу
страницы.
Спасибо за использование сервиса ClipSaver.ru
Hoge Raad 10 oktober 2025 ECLI:NL:HR:2025:1540 Een cliënt van een advocaat heeft zich hoofdelijk verbonden voor een schuld van een vennootschap waarvan hij bestuurder is. Als de schuldeiser de cliënt aanspreekt, wijst diens advocaat hem niet op de mogelijkheid dat zijn echtgenote de overeenkomst wellicht kan vernietigen (art. 1:88 lid 1 onder C i.s.m. 1:89 BW-SM). Heeft de advocaat een beroepsfout gemaakt? Het Gemeenschappelijk Hof vindt van niet, maar de Hoge Raad vernietigt. Jerre de Jong bespreekt de uitspraak in drie minuten. Ga naar https://cassatieblog.nl en schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Zo ben je altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van de civiele cassatierechtspraak in Nederland. Hoge Raad 10 oktober 2025 ECLI:NL:HR:2025:1540 https://deeplink.rechtspraak.nl/uitsp... Artikel 1:88 lid 1 BWSM Burgerlijk Wetboek Boek 1 | Lokale wet- en regelgeving Artikel 1:89 BW https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:B... --------------------------- De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan over de vraag of een advocaat zijn cliënt had moeten wijzen op de mogelijkheid van vernietiging door diens echtgenote. Wat was er aan de hand? Een cliënt van een advocaat had zich, in een promissory note, als hoofdelijk medeschuldenaar verbonden voor een schuld van een vennootschap waarvan hij bestuurder was. De schuldeiser, Sonesta, vorderde in rechte betaling van de schuld door de cliënt. De cliënt betwiste de vordering niet en deze werd dan ook toegewezen. Omdat de schuld onbetaald bleef, vroeg Sonesta het faillissement van de cliënt aan. Ook dit wordt toegewezen. De curator van de cliënt spreekt daarop de advocaat van de cliënt aan. Hij verwijt de advocaat dat hij zijn cliënt niet had gewezen op de mogelijkheid dat diens echtgenote de promissory note had kunnen vernietigen omdat zij daarvoor geen toestemming had gegeven (art. 1:88 lid 1, onder C i.s.m. art. 1:89 BWSM). Het hof wijst de vordering van de curator af. Het neemt daarbij in aanmerking dat de client zich pas in een zeer laat stadium bij de advocaat had gemeld, dat hij had laten weten dat zijn echtgenote van de promissory note op de hoogte was geweest en dat hij zelf de zaak wilde regelen met Sonesta. Ook overwoog het hof dat de mogelijkheid van vernietiging van art. 1:88 BWSM strekt ter bescherming van de echtgenote en niet van degene die de schuld is aangegaan (hier de cliënt). Volgens het hof had de advocaat daarom zijn zorgplicht niet geschonden door zijn cliënt niet te wijzen op de mogelijkheid van vernietiging door zijn echtgenote. De curator gaat in cassatie, en met succes. De Hoge Raad overweegt dat het antwoord op de vraag of een advocaat zijn cliënt behoort te informeren over de mogelijkheid om een bepaald verweer te voeren, afhangt van de omstandigheden van het geval. Daarbij kan betekenis toekomen aan de aard en rechtsgevolgen van het verweer, de kans van slagen ervan en de mate waarin de cliënt er blijk van heeft gegeven zich reeds bewust te zijn van de mogelijkheid om het verweer te voeren. Tegen deze achtergrond heeft het hof zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd. Het hof heeft ten onrechte niet in zijn motivering betrokken wat - als de advocaat zijn cliënt wél op de mogelijkheid van vernietiging zou hebben gewezen - de kans zou zijn geweest dat de echtgenote van de cliënt een beroep op vernietiging zou hebben gedaan, en wat dan de kans van slagen van zo'n beroep zou zijn geweest. Dit wordt niet zonder meer anders door de strekking van art. 1:89 BW en de wens van de cliënt om de zaak te regelen. Het hof had het dus verkeerd gedaan.