У нас вы можете посмотреть бесплатно Cassatievlog или скачать в максимальном доступном качестве, видео которое было загружено на ютуб. Для загрузки выберите вариант из формы ниже:
Если кнопки скачивания не
загрузились
НАЖМИТЕ ЗДЕСЬ или обновите страницу
Если возникают проблемы со скачиванием видео, пожалуйста напишите в поддержку по адресу внизу
страницы.
Спасибо за использование сервиса ClipSaver.ru
Hoge Raad 27 juni 2025 ECLI:NL:HR:2025:1008 De Hoge Raad heeft een prejudiciële beslissing gewezen over het toepassingsbereik van de Richtlijn consumentenkrediet. Het was onder meer de vraag of vertragingsrente en incassokosten in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling of sprake is van een kredietovereenkomst ‘zonder kosten of met onbetekenende kosten' (art. 7:58 lid 2 sub e BW). In dit vlog bespreekt Hidde Volberda hoe de Hoge Raad die vraag beantwoordt. Ga naar https://cassatieblog.nl en schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Zo ben je altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van de civiele cassatierechtspraak in Nederland. Hoge Raad 27 juni 2025 ECLI:NL:HR:2025:1008 https://deeplink.rechtspraak.nl/uitsp... Hoge Raad 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:778 https://deeplink.rechtspraak.nl/uitsp... Hoge Raad 30 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:1006 https://deeplink.rechtspraak.nl/uitsp... artikel 58 lid 2 sub e Burgerlijk Wetboek 7 --------------------------- Welkom! Mijn naam is Hidde Volberda, advocaat op de sectie cassatie van Pels Rijcken. Deze week bespreek ik een prejudiciële beslissing van de Hoge Raad over de vraag of en onder welke omstandigheden koop op afbetaling valt onder de regels voor consumentenkrediet. Buy Now, Pay Later-diensten zijn in opkomst. Zij geven de consument de mogelijkheid om een product eerst te kopen en pas later te betalen. Ook de consument in het geschil dat aan deze prejudiciële beslissing ten grondslag ligt, had gebruikt gemaakt van zo’n dienst. Zij betaalde uiteindelijk niet. Dat leidde tot een procedure bij de kantonrechter. De kantonrechter die de zaak behandelde zag aanleiding om vragen te stellen aan de Hoge Raad. Een deel van deze vragen heeft de Hoge Raad zelf beantwoord in zijn prejudiciële beslissing van 26 mei 2023 en 30 juni 2023. Een andere deel van de vragen kon de Hoge Raad echter niet zelf beantwoorden. Hij stelde daarom op zijn beurt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU. Die vragen hielden onder meer verband met het toepassingsbereik van de Richtlijn Consumentenkrediet. Deze richtlijn is geïmplementeerd in titel 2a van boek 7 van het burgerlijk wetboek. Art. 7:58 lid 2 sub e bepaalt dat die titel - en dus de regels over consumentenkrediet - niet van toepassing is op kredietovereenkomsten zonder kosten of met onbetekenende kosten. De vraag die voorlag was of vertragingsrente en buitengerechtelijke kosten in aanmerking moeten worden genomen bij de beoordeling of sprake is van een kredietovereenkomst ‘zonder kosten of met onbetekenende kosten.’ De Hoge Raad beantwoordt die vraag, in navolging van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie, als volgt. Rente bij betalingsachterstand en incassokosten tellen in beginsel niet mee voor de vraag of sprake is van een krediet zonder kosten of met onbetekenende kosten. Dat is anders, als de kredietgever er vanaf het sluiten van de overeenkomst al op anticipeert dat de consument zijn betalingsverplichting niet zal nakomen. Zijn verdienmodel is er dan op gericht om vertragingsrente en incassokosten te innen. Of dat het geval is, moet worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Het gaat dan met name om de wettelijke dan wel contractuele aard van de rente en de kosten van niet-nakoming, de termijnen waarbinnen die rente en kosten opeisbaar worden en het bedrag van deze rente en kosten. In deze prejudiciële beslissing lagen ook nog andere vragen over deze materie voor. In ons cassatieblog leest u hoe de Hoge Raad die beantwoordde.